Vanmorgen werd ik met een knagend gevoel wakker. Een knagend gevoel, welteverstaan, over iets wat ik ruim een week geleden op het VK-blog las (nee, geen link hierbij, ik geloof niet zo in naming and shaming!). Een opmerking waarmee ik het zo hartgrondig niet eens was, dat het dus nog steeds door mijn hoofd ronddwaalde. In een beoordeling van een boek dat ik al geruime tijd geleden gelezen heb. Een boek bespreken is voor mij een onontgonnen terrein. Goed, vroeger op school heb ik wel talloze verslagen geschreven. Deze gingen echter voornamelijk over het boek zelf, een verknopte weergave van de belangrijkste karakters en verhaallijnen, de ontwikkelingen en conclusies. Er werd geen waardeoordeel aan gekoppeld. En natuurlijk neem ik wel regelmatig een recensie tot mij via een krant of tijdschrift. Maar zelf heb ik me er nog nooit aan gewaagd. Toch begeef ik me vandaag op deze onbekende bodem, teneinde het knagende gevoel weg te wassen.
Nu is in mijn ogen de eerste regel van een relevante boekrecensie, dat deze actueel dient te zijn. Dus gaande over een net verschenen publicatie, een herziene uitgave, een verbeterde vertaling… Niet over een boek dat al vier jaar uit is, waarvan drie jaar in het Nederlands. Een boek dat een groot succes was en alle bestsellerlijsten al aanvoerde. Waar dus al volop over geschreven is. Maar goed, met deze eerste poging overtreed ik deze regel al meteen. Bij voorbaat excuses!
Het boek verdient in mijn ogen dus een herziening. Tot zo ver ben ik eruit. Maar hoe nu verder? Hoe bespreek je een bekend boek op enigszins professionele wijze zonder in ellenlange herhalingen te vallen? Op Internet zijn genoeg tips te vinden. Maar ja, op algemene tips vertrouw ik nooit zo! Eerst maar eens een lijstje van de belangrijkste ingrediënten:
1. Het boek
Het gaat om de roman The Time Traveller’s Wife, van schrijfster Audrey Niffenegger. De Nederlandse titel luidt De vrouw van de tijdreiziger. Verscheen in de Verenigde Staten in 2003, de Nederlandse vertaling van Jeannet Dekker volgde in 2004. Gelukkig heb ik kortgeleden de moed opgevat om na de verhuizing de boekenkasten weer in te richten, en van de gelegenheid gebruik gemaakt om het kostbare bezit te alfabetiseren en op genre in te delen. De literatuur staat uiteraard prominent in de woonkamer, voor de non-fictie. Dus het boek terug vinden was een fluitje van een cent.
The Time Traveller’s Wife deed veel stof opwaaien toen al in 2003 de filmrechten werden weggekaapt door Plan B, het filmbedrijf van Brad Pitt & Jennifer Aniston, vóórdat het zelfs maar verschenen was. Momenteel schijnt de film in preproductie te zijn met regisseur Robert Schwenke, met een verwachte releasedatum in 2008.
2. De schrijfster
Van Audrey Niffenegger’s website word ik weinig wijzer. Er zijn slechts wat links naar interviews en adressen van haar uitgevers te vinden. De rest is ‘under construction’. Na even verder graven en het lezen van de flaptekst blijkt dat ze een ‘visual artist’ is en dat The Time Traveller’s Wife (in het Engels klinkt het net wat sterker!) haar eerste roman was. Tevens geeft ze les aan het Columbia College in Chicago. De Duitse Wikipedia weet nog te melden dat ze in 1963 geboren is en in het bezit is van een Master of Fine Arts. Ook komt er nog een lijstje van werk te voorschijn, dat wellicht niet uitgegeven is of uit losse verhalen bestaat. Dit wordt niet duidelijk. Uit uitgever Arena’s schaarse informatie blijkt nog dat Nifegger momenteel werkt aan haar tweede roman. Tenslotte vernemen we nog op de Engelse versie van Wikipedia dat Nifegger na het voltooien van haar werk haar haar rood verfde, als eerbetoon aan hoofdrolspeelster Clare. Clare, inderdaad, niet Claire.
Een aardigheidje is de literature map, die aangeeft dat de Canadese auteur Ann MacDonald, of Ann-Marie MacDonald, het dichtst bij Nifegger in de buurt ligt. MacDonald staat ook in de boekenkast, voorlopig maar onder de ‘M’, wellicht later nog onder de ‘D’. Ik las haar twee romans, ‘Laten wij aanbidden’ en ‘De kraaien zullen het zeggen’. Prachtboeken, maar zeker ‘De kraaien...’ heeft een zwarte ondertoon. De twee schrijfsters zijn van dezelfde generatie en gebruiken inderdaad een gelijksoortige stijl om op intrigerende en meeslepende wijze het leven en de liefde onder de loep te houden. Zo vragen zij zich af: wat beweegt een mens? Wat is toeval, wat is noodlot? Waarom maakt iemand de keuzes die hij/zij maakt?
3. Waar het boek over gaat
Hier maak ik het mijzelf gemakkelijk en plak gewoon de promotietekst van de uitgever:
De vrouw van de tijdreiziger is het verhaal van Clare, een studente kunstgeschiedenis, en Henry, een avontuurlijke bibliothecaris. Ze leerden elkaar kennen toen Clare zes was en Henry zesendertig, en trouwden toen Clare drieëntwintig was en Henry eenendertig. Onmogelijk, maar waar: zonder dat hij er iets aan kan doen verplaatst Henry zich door de tijd, vooral op voor hem emotioneel zware momenten. Hij verdwijnt zonder het te willen, en zijn avonturen zijn grappig, onvoorspelbaar en grillig.
Samen met zijn grote liefde Clare probeert Henry uit alle macht een leven te leiden zoals ieder ander: met een vaste baan, goede vrienden en een kind. Dat dit alles onder druk staat door iets wat hij niet kan voorkomen en ook niet kan beïnvloeden, maakt dit ontroerende verhaal onvergetelijk.
4. Wat anderen er al over geschreven hebben
Op 28 mei 2004 werd het boek besproken in Cicero. De conclusie luidde: een feelgood-roman over de zoektocht naar het geluk. Naast een groot aantal professionele recensies en talloze amateur becommentariërenden, vond ik nog een Nederlandse samenleesgroep, waarin lezeressen (inderdaad, voornamelijk vrouwen) hun ervaringen met elkaar deelden. En tevens geeft de op handenstaande verfilming al tijdenlang stof tot speculatie. Het boek is dus, kortom, voldoende bekend en geanalyseerd.
Dit brengt mij gelijk op een zijspoor: waarom is het dan nodig dit boek bijna drie jaar nadien nog te bespreken op het VK-blog? Waarom wil iemand daar dan zo graag zijn mening over geven, dat deze weer leidt tot een contra-reactie in de vorm dit stukje van mij? Dezelfde vraag die, toegegeven, mijn betoog misschien al even overbodig maakt. Die overbodigheid is trouwens iets wat ik al vaker zag. Zo is een andere blogger bezig de bestseller van Kluun, Komt een vrouw bij de dokter te beschrijven. Tijdens het lezen! Kluun! Die al jaren onafgebroken in de AKO-TopTien staat! Die iedere intellectueel een beetje ontwikkelde volwassene ofwel nu wel gelezen heeft, ofwel in begonnen is om het daarna met een zucht naast zich neer te leggen, ofwel geweigerd heeft op te pakken onder het motte van ‘don’t believe the hype’! Daar is toch zo ongeveer wel alles over gezegd? Maar nee, blijkbaar is het toch nodig om hier weer even op door te gaan. Zodat we allemaal zien dat de schrijfster eerst lyrisch is over het boek, om na het lezen van een wat vervelender passage dit in een volgend blogje weer helemaal terug te draaien. Tja.
Wellicht laat ik mij nu te kritisch uit en begeef ik me op glad ijs. Ik wil me zeker niet in de discussie mengen over de toegestane inhoud van de blogs! Iedereen mag zijn hart luchten hoe hij of zij dat wil. En de redactie bepaalt de grenzen waarbinnen dat nog verantwoord is. Maar dat betekent niet dat ik er niet op mag reageren…
5. Wat ik er van vond
Ik kocht het boek uitsluitend op het omslagverhaal, niet in een boekwinkel maar online op Internet. De roman was net uit en ik had nog geen besprekingen gezien, zodoende begon ik er redelijk onbevangen aan toen ik het boek van mijn stapeltje ‘nog te lezen boeken’ afplukte. Op dit stapeltje in de slaapkamer liggen nieuw aangeschafte of geleende boeken stilletjes te sluimeren tot het moment waarop ze perfect aansluiten op mijn stemming. Verlangend naar het uur waarop ik, de voorganger net met een zucht van spijt dicht geslagen, de boeken één voor één oppakkend en door mijn handen bewegend, bedenk dat ik nou net precies zin heb in dat ene exemplaar. Toen dit tijdstip weer eens aangebroken was, bekeek ik het bovenste boek. The Time Traveller’s Wife beloofde heel wat. En stelde me niet teleur.
De zin die mij voornamelijk inspireerde op het schrijven van dit stuk, is de opmerking dat de roman te lang zou zijn. Te lang! Hoe kan een boek, elk boek, om het even waar het over gaat of door wie het geschreven is, waar je zo van geniet, waar je brandend van nieuwsgierigheid naar het einde uitziet, en er tegelijkertijd een beetje bang voor bent, nou te lang zijn? Als het goed geschreven de aandacht vasthoudt, verrast en inspireert, is het toch nooit niets anders dan te kort! The Time Traveller’s Wife is een ode aan de liefde. Vierhonderd pagina’s kort. En inderdaad, om nog terug te komen op de hierboven geciteerde flaptekst, een ontroerend verhaal. Geloof de hype maar een keertje! Hier laat ik het maar bij, teneinde de lezer niet twee dagen op deze pagina’s vast te houden.
Tenslotte
Al met al is dit artikel meer een soort van amateur-handleiding voor het schrijven van een recensie geworden, dan de recensie zelf. Dat is misschien maar goed ook, want zoals al eerder opgemerkt is nog een bespeking van The Time Traveller’s Wife een tikkeltje overbodig…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten