Gisteravond in Paradiso het concert meegemaakt van Mark Lanegan (bekend van Queens of the Stone Age) en Isobel Campbell (bekend van Belle & Sebastian). Met hoge verwachtingen was ik erheen gegaan: het waren niet de minsten die daar de krachten zouden bundelen.
Het begon veelbelovend: een lange rij belangstellenden voor de deur, een gemĂȘleerd publiek, een uitstekende stemming. Het voorprogramma viel meteen in goede aarde: een ruige man met een baard, een hoed en een banjo, soms een gitaar, eenzaam op het podium. Verder nog begeleid door zijn afwisselend hard en zacht stampende voet en een rauwe stem bracht hij zeer indringende folksongs. Het publiek, nu opgewarmd, moest nog even wachten op de hoofdact. Men keuvelde wat en juichte toen er beweging waarneembaar was. Isobel Campbell kwam als eerste het podium up in een korte strakke jurk en hooggehakte leren laarzen tot over de knie, het blonde haar los. Alsof ze wat extra uitstraling nodig had. En dat had ze.
Haar ijle, jongemeisjesstem viel volledig in het niet bij de rauwe rockstem van Mark Lanegan. Deze laatste was eigenlijk continu bezig met inhouden, teneinde zijn partner niet te overstemmen. Isobel merkte dit, vroeg de geluidstechnicus om wat meer volume, kreeg het, maar dit was nog steeds niet genoeg: het ontbrak haar aan volume in haar eigen stem. Het Lolita-geluid werkte na een paar nummers danig op de zenuwen. Het wachten was eigenlijk op een Lanegan die eens lekker los ging. Of op een Campbell die niet bezig was met haar eigen onzekerheid. Af en toe kwam er een enkele noot wat sterker uit. Dacht je, ja! Kom nou! Verder gaan! Maar nee, een seconde later viel haar zang weer terug in het zelfde monotome gefluister. Ook als de band het ritme opzweepte, bleef Campbell in haar eigen kunstje hangen. Lanegan, stokstijf op het podium maar met een stem die alle aandacht opeiste, moest noodgedwongen de volumeknop flink terugdraaien bij de momenten van samenzang.
Wat nog het meest opviel, wat het totale gebrek aan chemie tussen Campbell en de rest van de muzikanten. Het geheel hing van los zand aan elkaar. De begeleidingsband speelde lekker, maar reageerde volstrekt niet op enige poging tot contact van Campbell. Sterker nog, ze werd volledig genegeerd als ze een grapje probeerde te maken of met haar tamboerijn op de maat klapte. Dit hielp haar natuurlijk niet in het overwinnen van haar onzekerheid. Ook Campbell en Lanegan keken elkaar nauwelijks aan. Waar je van Lanegan had verwacht dat hij Campbell, duidelijk niet op haar gemak, wat tegemoet zou komen, bleef enige wisselwerking volkomen achterwege. Het gevolg was een nogal zouteloze, beschamende vertoning, met twee mensen die niets aan elkaars performance toevoegden. Met als dieptepunt de cover Sand van Nancy Sinatra en Lee Hazlewood: een heel wat dynamischer duo, die wel zeker een spannende wisselwerking tot stand brachten. Als dit het resultaat is van een samenwerking, kun je beter alleen het podium op klimmen. Lanegan heeft met zijn stevige stem een dame nodig die hem vocaal alle hoeken van het podium kan laten zien. Campbell is absoluut geen partij voor hem.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten