zondag 25 februari 2007

Talentenjacht Ontmaskerd (boekrecensie)

Veel is er al over geschreven en geklaagd: we worden doodgegooid met talentenshows. Figuurlijk, maar ik kan me voorstellen dat ook letterlijk mensen het leven laten als zij op gezette tijdstippen naar RTL4 kijken. RTL4, dat is namelijk de grote aanjager. Idols, Popstar-the Rivals, X-Factor. Het legt de zender geen windeieren: zij was het best bekeken station van 2006. Idols de meest populaire televisieshow. Om te voorkomen dat het publiek verzadigd raakt, gooien RTL4 en runner-up SBS6 nu her en der ook beroemdheden in de strijd: Dancing with the Stars, Dancing on Ice, Sterren dansen op het ijs… De laatste twee op hetzelfde tijdstip, zodat niets aan het toeval werd overgelaten. Naast een winnende deelnemer, moest en zou er ook een zegevierende zender tevoorschijn komen. Een voorlopig dieptepunt is Afvallen met sterren van SBS6. Nou ja sterren, de echte groten zie je in deze shows over het algemeen niet. Het zijn voornamelijk de wannabe’s, de hasbeens en de havenots. Zo ook in de realityshows waarin we getrakteerd worden op een (te) persoonlijk kijkje in het leven van onze ‘idolen’. Voeg hier nog een flinke dosis programma’s aan toe waar het publiek bepaalt wie er wint, zoals Big Brother, of waar de deelnemers elkaar weg mogen stemmen of treiteren, zoals De Gouden Kooi, en je hebt een vrij redelijke schets van het vaderlandse televisielandschap. En van het Nederlandse publiek. Tot zover, niets nieuws onder de zon.

In Engeland is het al niet veel anders. De Britse schrijver Ben Elton vroeg zich af, hoe het komt dat altijd degenen die je het minst sympathiek vindt, afvallen. En de leukste wint. Terwijl er objectief gesproken niet zoveel verschil tussen de kandidaten is. Soms kan de winnaar echt niet het best zingen of dansen. Vallen de kandidaten af omdat ze echt het minst getalenteerd of het vervelendst zijn, of zit er meer achter? Worden we niet gemanipuleerd, met z’n allen, iedereen die kijkt, iedereen die stemt, iedereen die meedoet zelfs? Hij schreef er een roman over. En na het lezen van dit boek kijkt niemand meer met dezelfde ogen naar enige talentenshow of realityserie. Beloofd!

Hier weer de belangrijkste ingrediënten:

1. Het boek

Het gaat om de roman Chart Throb, van de hier boven genoemde Ben Elton. Er is (nog) geen Nederlandse vertaling, dus het lezen moet in het Engels. Nu lees ik altijd zoveel mogelijk Engelstalige boeken in de oorspronkelijke taal, teneinde me niet aan vertalingen te hoeven ergeren, of bang hoeven te zijn dat de fijne nuances in het Nederlands verloren zijn gegaan. Chart Throb verscheen in het Verenigd Koninkrijk in november 2006. Ik pikte de airport edition van 427 pagina’s begin dit jaar op tijdens een reis naar Londen, op een vliegveld. Op deze manier verkrijg ik veel van mijn boeken: ik herkende de schrijver en de flaptekst sprak me aan. Het boek is in Nederland onder andere te verkrijgen via Bol.com en Amazon.

2. De schrijver
Ben Elton is een grote naam in Engeland. Hij schreef mee aan vele komische televisieseries, zoals The Yong Ones, Blackadder, en The Thin Blue Line. Ook heeft hij drie succesvolle toneelstukken op zijn naam staan die in West End gespeeld zijn, net als drie musicals, waaronder We Will Rock You samen met Queen. Hij schreef en regisseerde de film Maybe Baby. In totaal publiceerde hij tien romans. Ik las eerder High Society (2002) en The First Casualty (2005). High Society heeft als thema dat de oorlog tegen drugs verloren is, en dat iedereen, de politiek incluus, maar beter aan dat idee kan wennen. The First Casualty is een historisch drama dat zich afspeelt tijdens de Eerste Wereldoorlog, en verkent de grenzen tussen legaal en illegaal moorden. Van beide boeken heb ik genoten, de boeken grepen me vast en lieten me achter met stof tot nadenken. Dat is precies wat ik van een boek verlang.

Een echte homepage heb ik niet gevonden, wel enkele fansites en interviews. Wikipedia meldt dat Elton geboren is in 1959 en zowel de Engelse als, een zeer actueel onderwerp in Nederland, Australische nationaliteit bezit. Ook wordt duidelijk dat hij zijn carrière begonnen is in de stand-up comedy. Op de Nederlandse versie van Wikipedia valt nog te lezen dat hij van Joodse afkomst is en dat zijn ouders in 1938 Nazi-Duitsland ontvluchtten en naar Engeland trokken.

Uit de literature map komt niet echt een auteur te voorschijn die heel dicht in de buurt van Elton ligt. Wel herkennen we hier op enige afstand namen als Stephen Fry, Fay Weldon, Michael Moore, Terry Prachett, Ian McEwan, Jonathan Coe, Bill Bryson en, dichter bij huis, Herman Brusselmans. Amazon vertelt dat klanten die Chart Throb kochten, ook interesse hadden in de andere boeken van Elton. Dit helpt ons niet zo veel verder. Iets nuttiger is de naam van Stephen Fry, die hier ook weer voorkomt. En Nick Hornby. Fry ken ik van The Stars’ Tennisballs, en van Liar. Hornby’s High Fidelity is verfilmd met Hugh Grant. Beide zijn schrijvers die een satirische kijk op de maatschappij in hun boeken weergeven, en hiervoor populaire ingrediënten gebruiken als muziek, films, televisie, sterrendom, en drugs. In deze hoek moeten we Elton dus zoeken.

3. Waar het boek over gaat
Throb betekent een regelmatig kloppen, pulseren. Heart-throb is letterlijk hartslag, maar ook een benaming die vaak gebruikt wordt voor mannelijke acteurs en zangers die aantrekkelijk worden gevonden, publiekslievelingen zijn. Chart Throb is de naam van de talentenjacht in het boek, en staat dus voor zoiets als de aanvoerder van de hitlijsten, maar misschien nog beter de aanjager, de stuwende kracht. Verder luidt de promotietekst van de uitgever, welke mij aanspoorde om het boek te kopen, als volgt:

Chart Throb. The ultimate pop quest. Ninety five thousand hopefuls. Three judges. Just one winner. And that’s Calvin Simms, the genius behind the show.

Calvin always wins because Calvin writes the rules. But this year, as he sits smugly in judgement upon the mingers, clingers and blingers whom he has pre-selected in his carefully scripted ‘search’ for a star, he has no idea that the rules are changing. The ‘real’ is about to be put back into ‘reality’ television and Calvin and his fellow judges (the nation’s favourite mum and the other bloke) are about to become ex-factors themselves. Ben Elton, author of Popcorn and Dead Famous returns to blistering comic satire with a savagely hilarious deconstruction of the world of modern television talent shows.

Chart Throb. One winner. A whole bunch of losers.

4. Wat anderen er al over geschreven hebben
Chart Throb is, voor zover ik kan nagaan, nog niet in Nederland gerecenseerd. In Engeland wordt enthousiast de link gelegd met de talentenshows daar te zien, inderdaad, Idols en X-Factor. En de overeenkomsten met de echte presentatoren en juryleden. Met name Simon Cowell, jurylid in Idols en eigenaar van en jurylid in X-Factor. Net als Calvin in het boek. Cowell schijnt zelf toegeven te hebben dat Chart Throb verrassend accuraat is. De recensenten vragen zich dan ook af, hoe het mogelijk is dat wat Elton, ogenschijnlijk zonder veel meer onderzoek dan oplettend televisie kijken, ontmaskert, zo voor de hand ligt en tegelijkertijd zo onbekend was. De televisie-machinerie doet zijn werk blijkbaar uitstekend en draait ons allemaal een rad voor de ogen.

5. Wat ik er van vond
Als ik elk boek dat ik las zo uitgebreid zou bespreken, zou ik geen tijd meer over hebben om boeken te lezen… Ergo: ik schrijf alleen over boeken die ik de moeite waard vind. En dat vond ik Chart Throb absoluut. Elton schetst een beeld van de huidige entertainment industrie dat niet fraai is. Ontluisterend. Zwart. De talentenjacht staat centraal, maar een belangrijke bijrol wordt vervuld door de wereld van de celebrity realityshows. Hoe, wederom, derderangs of vergeten beroemdheden trachten om hun naam te maken, op te vijzelen, door hun leven op TV ten toon te stellen. Schaamteloos. Niets ontziend, ook niet het leven van kinderen of partners. De Osbournes komen voorbij. En ook hier blijkt men naar hartenlust te manipuleren. Elton geeft de Prince of Wales een meesterlijke bijrol. De producenten, managers en netwerkbazen trekken aan de touwtjes. Het doel is om Prins Charles, een onwaarschijnlijke, aanvankelijk zeer onpopulaire kandidaat van middelbare leeftijd, als winnaar uit de bus te laten komen. His Royal Highness wordt His Rockin’ Highness. Niets is echt. Niets is toevallig.

Elton laat de lezer nadenken over de wereld van de televisie als geheel, waarin niets is zoals het lijkt. Waarom kijken mensen? Waarom laat de kijker zich zo bewust voor de gek houden? En wie is uiteindelijk de winnaar? Vele Idols, The Rivals, en X-Factor winnaars verdwenen in de vergetelheid, of staan op het punt om hierin te verdwijnen. En als de lezer goed nadenkt, is er geen andere conclusie: het kan inderdaad ook niet kloppen. In Nederland, hoewel minder dan in het Verenigd Koninkrijk, schijnen er ook duizenden aanmelding voor Idols te zijn. Per jaar. In 2003 waren het er 16731. Zouden die allemaal voor de drie-koppige vakjury hun kunstje mogen vertonen? Zoals Elton een van zijn karakters laat berekenen: dit zou inhouden, bij een ratio van vijf minuten per kandidaat, twaalf per uur, dat de jury (16.731/12) = 1394 uur per jaar hier mee bezig zou zijn. Ruim 170 volledige werkdagen zonder pauze. 35 weken aan één stuk jureren. Vergeet het maar.

Chart Throb geeft de ultieme inkijk in de wereld van de talentenshows en reality programma’s. En laat me afvragen: waar wordt het publiek nog meer gemanipuleerd en voor de gek gehouden? Wat is nog wel echt? Het is te hopen dat het niet allemaal zo werkt, dat Elton het schromelijk overdreven heeft. Het is tenslotte satire. Maar ik vang wel eens iets op uit de Nederlandse televisiewereld en ben er dan ook niet zeker van. Een ding weet ik wel: waar het allemaal heen gaat, belooft niet veel goeds.

Tenslotte
Geen van de boeken van Ben Elton lijken beschikbaar te zijn in een Nederlandse vertaling. Terwijl deze toch ook de potentie hebben om de vaderlandse lezers aan te spreken. Zeker de wereld in Chart Throb gerelateerd is aan onze samenleving. Een gat in de markt, wellicht!



Over de rivaliserende ijsdansshows schreef ik eerder een opiniegedicht.

Geen opmerkingen: