dinsdag 3 april 2007

Roomservice V - Quiet Please!

Webstats werd Motigo. En Motigo werd een stuk nauwkeuriger dan Webstats. Er wordt nu veel meer duidelijk. Zo, zoals de oplettende eigenaren van de blogs waar ik een reactie achterliet in de laatste vierentwintig uur, al hebben kunnen gezien, zit er nu iemand in Londen. In Holiday Inn London Excel, London, London, City of, United Kingdom, om precies te zijn. Die iemand, dat ben ik.

Nou ja, er is goed nieuws voor diegenen die niet zo prijs stellen op de opheffing van hun anonimiteit: Motigo zit er ook wel eens naast. Zo heet het hotel waar ik zit geen Holiday Inn. De rest klopt aardig.

Londen Excel, dat betekent Docklands. En Docklands, dat betekent een voortzetting van de Roomservice serie. Bij deze dus.

Gisteravond zat ik in een andere kamer. Met een aardig uitzicht over het water. Voor zover je dat hier kan hebben dan, een aardig uitzicht.

foto


























Maar dat kon niet duren. Met die kamer was iets mis. Hij maakte herrie. Als je dat tenminste over een kamer kan zeggen. Of de muren hielden de herrie niet goed buiten mijn wereld. En herrie, in een hotel, of in om het even wat voor slaapkamer, daar kan ik niet zo goed tegen. Vooral niet tegen continue, mechanische herrie. Een monotoom gebrom op de achtergrond. Die uiteindelijk je hoofd vult. En om aandacht vraagt. Waar je naar gaat liggen luisteren. Zoals een airconditioning unit die geen fluisterstille nachtstand heeft. Of een minibar die constant moet koelen. Waarna, overigens, de drankjes nog steeds lauwwarm zijn. Bij mij gaat dan ook de airco zonder pardon uit en verlos ik de stekker van de tafelijskast resoluut van het stopcontact. Desnoods verbouw ik het halve meubelstuk waar het ding in zit, schuif het barretje met kast en al door de kamer zodat ik er goed bij kan: het moet stil zijn.

Soms is de herrie onverklaarbaar. Dan leg ik mijn hoofd op het kussen en blijkt er opeens een zoem uit de muur te komen. Die uiteraard het sterkst is net waar het bed staat. Waar je niets aan kan doen. Een machine ergens verborgen staat te ronken. Grote airconditioning units buiten, op de binnenplaats net onder het raam, op of het dak net boven mijn hoofd, vallen ook niet mee. Ja, ik ben niet makkelijk. Ik geef het toe. Licht neurotisch, misschien wel. Maar als ik voor mijn werk op reis ben, en in mijn eigen tijd ergens in het buitenland overnacht, dan is het minste wat ik er voor terug vraag, dat ik goed slaap. Overdag is er dan al stress genoeg.

Hotels zijn over het algemeen niet goedkoop. Ontelbaar zijn dan ook de keren dat ik, al dan niet in pyjama, me naar een andere kamer heb laten verplaatsen. Soms begeleid door een uiterst vriendelijke baliemedewerkster die meeluistert in de volgende kamer of het daar beter is. En indien noodzakelijk in de volgende, en volgende. In sommige hotels heb ik een lijstje met kamernummers, waar ik niet meer in terug wil komen. Gelukkig dus is men me meestal wel ter wille. En aangezien men bij vertrek me nog graag allerlei customer loyalty cards aan probeert te smeren, ben ik blijkbaar nog niet de ergste gast.

Ik verbaas me er wel over dat deze bedrijven het zo ver laten komen. Elk hotel zou proefslapers in dienst moeten hebben die de kamers een nachtje uitproberen. En niet één keer, als het hotel net nieuw is, maar geregeld, want met de ouderdom komen de gebreken. Om te weten hoe het voelt, zo’n kamer. Hoe het is, om te slapen met een indringende, niet-aflatende brom op de achtergrond. Om ’s ochtends als avondmens veel te vroeg wakker te worden omdat de gordijnen van een te goedkoop, lichtdoorlatend materiaal zijn. En te merken hoe je hierna nog chagrijniger wordt, als je vervolgens onder een miezerig straaltje lauwwarm water moet douchen. Met een grijzig douchegordijn dat aan je net zo moeizaam gewassen huid vastkleeft. En dan heb ik het nog over de vijfsterrenhotels.

De proefslaper moet in mijn kamer van gisteravond nog langskomen. Zelfs met de airconditioning op nul, bleef de lucht stromen. Met bijbehorende ventilatiegeluiden. Ik probeerde het nog te negeren. Dacht, ‘ach, ik ben moe genoeg, merk er vast niets van.’ En ik ging vrij laat slapen dus had niet erg veel zin om alles weer in te pakken en midden in de nacht met mijn koffers op sleeptouw te gaan. Dat resulteerde dus in een onrustige nacht, waarbij ik, na moeizaam in slaap gevallen te zijn, keer op keer wakker schoot, hetzij door het geluid, hetzij door de nogal bizarre gedachte: ‘zou het weg zijn?’ of ‘hoor ik nog wat?’. Ja, wonderlijk hoe het menselijke brein werkt in half verdoofde toestand.

Maar goed, nu dus verhuisd. Er is geen ventilatieherrie. Maar het uitzicht is wel duidelijk minder.

foto


























En een straf windje vindt alle kieren in het raam, blaast er vrolijk doorheen, met als gevolg dat het nog steeds vrij lawaaiig is. Al met al ben ik er dus niet echt op vooruitgegaan…

Gelukkig is er wel roomservice. Het menu van vanavond; wortel- en gembersoep, vegetarische samosa’s met erg hete saus, en fruitsalade. En een blogje...




In deze serie verschenen ook:

Roomservice IV - Chai Latte (23 februari 2007)
Roomservice III - Indefinite Delay (20 februari 2007)
Roomservice II -Mojita's (31 januari 2007)
Roomservice I - Entertain Me (30 januari 2007)

Geen opmerkingen: